Arbeidsrecht Werknemer

Wanneer een werkgever een werknemer wenst te ontslaan op basis van een bedrijfseconomische noodzaak of in geval van langdurige arbeidsongeschiktheid, moet hij daartoe toestemming vragen aan het UWV. De werkgever zal een ontslagaanvraag in moeten dienen bij het UWV, waartegen de werknemer twee weken de gelegenheid krijgt om verweer te voeren.
De ontslagaanvraag zal in beginsel ingevuld en onderbouwd moeten worden aan de hand van een drietal standaard formulieren die het UWV daarvoor ter beschikking stelt. Omdat de procedure verkort is, is een zo volledig mogelijke aanvraag van groot belang. Voor de werknemer geldt hetzelfde voor zijn verweer.
Van belang is ook gebruik te maken van de mogelijkheid om bijlagen mee te sturen, zodat de onderbouwing kan worden uitgebreid. Het UWV toetst enkel wat wordt aangereikt.
De werkgever dient zelf een account aan te maken en de ontslagaanvraag inclusief bijlagen naar de Arbeids juridische dienstverlening van het UWV te sturen. Het komt geregeld voor dat het UWV nog om aanvullende stukken of toelichting verzoekt. Uiteraard wordt het wel aangeraden de stukken niet zonder juridische bijstand op te stellen, met het oog op het grote belang van een zo volledig en overtuigend mogelijke eerste ronde – tweede rondes worden amper nog toegestaan.

Beslissing UWV

In de regel zal het UWV na de eerste ronde tot een besluit komen. Zo niet, dan volgt een tweede ronde waarin partijen nogmaals de gelegenheid krijgen op elkaars standpunten te reageren. Dit besluit zal schriftelijk (per reguliere post) aan partijen bekend worden gemaakt en kent twee mogelijke uitkomsten. Of de gevraagde toestemming om de arbeidsovereenkomst(en) op te zeggen wordt verleend, of deze wordt geweigerd. Het UWV zal een motivering geven van het besluit in de brief.

Toestemming / geen toestemming

Indien toestemming is verleend, dan heeft de werkgever vier weken de tijd om de arbeidsovereenkomst met de werknemer op te zeggen. Dit vindt plaats door middel van een opzeggingsbrief, waarbij het verstandig is deze gelijktijdig per e-mail te sturen. In de opzeggingsbrief wordt duidelijk gemaakt per wanneer het dienstverband eindigt. Dat is in de regel na het verlopen van de opzegtermijn, waarop de proceduretijd van de ontslagaanvraag in mindering mag worden gebracht. Daarbij dient ten allen tijde een minimaal een maand opzegtermijn over te blijven.
Weigert het UWV de gevraagde toestemming, dan blijft de arbeidsovereenkomst vanzelfsprekend in stand.
Tegen het besluit van het UWV kan door beide partijen hoger beroep (hyperlink hoger beroep) worden ingesteld bij de kantonrechter. Dit zal binnen twee maanden plaats moeten vinden.

Transitievergoeding

Sinds de inwerkintreding van de WWZ per 1 juli 2015, is ook na een verkregen ontslagvergunning van het UWV en een daarop volgende opzegging door de werkgever, een transitievergoeding verschuldigd aan de ontslagen werknemer.
Hoewel het UWV daar in principe geen bemoeienis mee heeft – men geeft toestemming op te zeggen, maar de werkgever is uiteindelijk degene die daadwerkelijk opzegt – is het wel mogelijk het UWV een verzoek te laten beoordelen of de werkgever voldoet aan de criteria om een verlaagde transitievergoeding toe te kennen. Dit is mogelijk bij een kleine werkgever (minder dan 25 werknemers) en in geval van een hoge bedrijfseconomische nood (hyperlink naar transitievergoeding). Een dergelijk verzoek vindt plaats door middel van een standaard formulier van het UWV.